NIEUWSBRIEF APRIL 2025

Eigen kinderen van pleeggezinnen

Pleegzorg heeft een impact op alle leden van het gezin, zeker ook op de eigen kinderen van pleegzorgers. Pleegzorgers zijn bezorgd over de impact die de pleegzorgplaatsing heeft op hun eigen kinderen en geven aan dat conflicten tussen pleegkinderen en eigen kinderen een reden kunnen zijn om de pleegzorgplaatsing stop te zetten. Eigen kinderen kunnen echter ook helpend zijn in pleegzorgsituaties. In deze nieuwsbrief geven we de resultaten weer van een recente review over de ervaringen van deze onderbelichte groep (Mannion et al., 2023).


Dit literatuuroverzicht behandelt 15 onderzoeken bij eigen kinderen (tussen 4 en 19 jaar oud). De onderzoekers trachten volgende vraag te beantwoorden: ‘Wat is de ervaring van eigen inwonende kinderen/adolescenten van pleegzorgers?’

Er werden 5 thema’s onderscheiden:

(1) Verantwoordelijkheid en betrokkenheid in de pleegzorgtaak: Veel eigen kinderen geven aan dat zij een zorgtaak opnemen met name praktische zorg zoals koken of helpen met het huiswerk en emotionele zorg zoals knuffelen. Een groep eigen kinderen gaf aan dat zij zich hierdoor trots, blij, tevreden en waardevol voelen. Ze leren ook zelfstandig en verantwoordelijk zijn en hoe ze voor kinderen moeten zorgen. Een andere groep is negatief en vindt de zorgen die ze opnemen belastend, veeleisend of beperkend. Verschillende eigen kinderen geven ook aan dat zij zorg opnemen voor hun ouders, zeker wanneer zij merken dat de pleegzorgsituatie een negatieve impact heeft op hen. Veel van deze eigen kinderen minimaliseren hun eigen noden en stellen de noden en gevoelens van hun ouders boven die van zichzelf. Ze willen niet voor bijkomende moeilijkheden zorgen en willen vermijden dat hun ouders zich schuldig voelen over de impact van de pleegzorgsituatie. Eigen kinderen geven aan dat zij betrokken willen worden bij de beslissing om aan pleegzorg te doen en willen voldoende geïnformeerd worden. Sommigen geven aan dat zij op voorhand niet voldoende wisten wat pleegzorg echt inhoudt.


(2) Aanpassingen in het familiesysteem: Veel eigen kinderen voelen de komst van een pleegkind als een bedreiging aan  voor hun eigen rol en positie in het gezin. Eigen kinderen geven aan dat jongere kinderen minder bedreigend zijn en dat kinderen van een gelijkaardige leeftijd meer bedreigend zijn. De komst van een pleegkind zorgt vaak ook voor meer spanningen in het gezin. De impact van de komst van een pleegkind is minder groot voor oudere eigen kinderen die een meer onafhankelijk leven leiden. De aanwezigheid van een pleegkind zorgt ook voor concurrentie voor de tijd en aandacht van ouders. Verschillende eigen kinderen benoemen gevoelens als jaloezie, irritatie en voelen zich verwaarloosd. Ze geven aan dat hun pleegbroer of -zus een voorrangsbehandeling krijgt. Ook het delen van het huis en van hun spullen was een uitdaging voor hen. Daarentegen bouwen veel eigen kinderen ook een speciale en dichte band op met hun pleegbroer of -zus en zien ze hen als integraal deel van de familie. Ook beschrijven eigen kinderen voordelen voor de familie, zoals zich dichter en meer eengemaakt voelen met hun gezin. Een aantal eigen kinderen geeft dan weer aan meer afstand tot hun gezin te ervaren. Het einde van een plaatsing wordt vaak als een verlies ervaren door eigen kinderen. Het kan ook een impact hebben op familiebanden. Daarnaast maken zij zich zorgen over hoe het met het pleegkind gaat na het einde van de pleegzorgplaatsing. Andere eigen kinderen geven aan dat zij opluchting voelen na het einde van een plaatsing wat op zijn beurt gevoelens van schuld, spijt en verdriet oproept.


(3) Buffers tegen de uitdagingen van pleegzorg: Eigen kinderen beschrijven ook manieren om met de uitdagingen om te gaan. Ze hebben empathie en begrip voor de voorgaande ervaringen van pleegkinderen, wat hen helpt om met de huidige situatie om te gaan. Het opnemen van zorg lijkt ook een hulp te zijn voor eigen kinderen. Ze voelen zich op die manier meer betrokken bij hun ouders, wat de gevoelens van rivaliteit kunnen voorkomen. Een zorgtaak opnemen zorgt dat ze zich trots en waardevol voelen. Ouders spelen ook een belangrijke rol in hoe eigen kinderen pleegzorg ervaren. Kinderen kunnen beter met de uitdagingen omgaan wanneer ze zich gewaardeerd en verzorgd voelen. Ze voelen dit vooral wanneer ze ook gevrijwaarde tijd alleen met hun ouders hebben of wanneer ze geloven dat hun ouders er voor hen zijn wanneer ze het nodig hebben. Ook het open kunnen spreken over pleegzorg en de zorgen en uitdagingen die daarbij komen kijken, lijkt een buffer te zijn voor eigen kinderen.


4) Vorming door de realiteit van pleegzorg: Eigen kinderen komen door het pleegkind in contact met moeilijke verhalen. Sommige kinderen konden het menselijk leed moeilijk begrijpen. Pleegkinderen doen soms ook onthullingen over hun verleden aan eigen kinderen of in hun bijzijn. Eigen kinderen maakten zich soms zorgen of hun ouders hen ook zouden verlaten. Eigen kinderen komen ook in contact met moeilijk gedrag van de pleegkinderen en vinden dat soms moeilijk te begrijpen. Ze voelen hierdoor boosheid, verdriet en onmacht. Aan de andere kant kan kennis over het leven van het pleegkind er ook voor zorgen dat eigen kinderen hun pleegbroer of -zus en hun gedrag beter kunnen begrijpen. Eigen kinderen geven ook aan dat zij door de aanwezigheid van hun pleegbroer of -zus een breed wereldbeeld ontwikkelen, alsook empathie en begrip voor gedrag van andere mensen. Sommigen geven aan dat ze meer altruïstisch, sensitief en aardig geworden zijn. Een aantal geeft ook aan dat ze dankbaar zijn voor het leven dat zij hebben.


(5) Samenwerkingen met mensen buiten de familie: Eigen kinderen willen het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van het ‘pleegzorgteam’ en erkenning krijgen van de pleegzorgbegeleiders en pleegzorgdiensten. Dit is niet altijd het geval te zijn. Sommigen werden niet betrokken bij het proces voorafgaand aan de plaatsing en geven aan dat ze nooit een gesprek hebben met de pleegzorgbegeleiders. Anderen geven aan daar geen nood aan te hebben. Ze vinden het vaak moeilijk als hun leeftijdsgenoten geen begrip tonen voor pleegzorg en hun pleegbroer of -zus. Een aantal geeft aan dat het heel ondersteunend kan zijn om contact te hebben met andere eigen kinderen, omdat zij dat begrip vaak wel hebben. Eigen kinderen geven aan dat het belangrijk is dat er een goede band is tussen hun ouders en de ouders van het pleegkind. Ze zijn zich vaak ook bewust van de mogelijke impact die contacten tussen pleegkind en zijn of haar ouders kan hebben en proberen hier op een goede manier mee om te gaan.

Mee te nemen naar de praktijk

  • Eigen kinderen nemen vaak een zorgtaak op in de pleegzorgplaatsing. Ze moeten hier ook voldoende erkenning voor krijgen.
  • Bij de komst van een pleegkind kan er rivaliteit zijn voor positie en rol in het gezin. Wanneer de pleegkinderen jonger zijn dan de eigen kinderen, is dit vaak minder bedreigend volgens de eigen kinderen.
  • De zorgtaak die eigen kinderen opnemen lijkt ook een buffer te zijn tegen de uitdagingen die bij een pleegzorgplaatsing komen kijken. Er moet wel in de gaten gehouden worden dat deze zorgen de draagkracht en de mogelijkheden van het eigen kind niet overstijgen.
  • Sensitief ouderschap naar de eigen kinderen is ook een heel belangrijke buffer tegen de uitdagingen van pleegzorg. Hierbij lijkt tijd alleen met de ouder heel helpend te zijn. Ook open gesprekken waar ambivalente gevoelens geuit kunnen worden, zijn heel belangrijk.
  • Het is voor eigen kinderen niet evident om te gaan met menselijk leed waarmee ze geconfronteerd worden. De impact daarvan mag niet onderschat worden. Sommige eigen kinderen slagen erin positieve groei door te maken, waarbij ze hun eigen sterkte ontdekken, meer empathie ontwikkelen en leren relativeren.
  • Eigen kinderen moeten voldoende betrokken worden bij het proces voorafgaand aan een plaatsing. Ze moeten daarnaast ook voelen dat ze gewaardeerd worden door de pleegzorgbegeleider en pleegzorgdiensten voor de rol die zij spelen in de pleegzorgplaatsing.
  • Voor sommige eigen kinderen zijn contacten met andere eigen kinderen helpend.
 

Bron:

Mannion, E., McCormack, D., O’Brien, T., McSpadden, H., Downes, C., & Turner, R. N. (2023). The Experiences of Foster Carers’ Birth Children of Living in Fostering Families: A Qualitative Evidence Synthesis. Adoption Quarterly, 1–38. https://doi.org/10.1080/10926755.2023.2280668

 


 
Mail niet leesbaar? Klik hier  |  Uitschrijven

 Pleegzorg Kenniscentrum

Stapelplein 28, 9000 Gent

0800 30 181 | info@kenniscentrumpleegzorg.be

Sent by Sendtex